U zag het misschien in de voorbije dagen reeds passeren.
Fortnite en Apple gaan de strijd aan met elkaar.
Het filmpje is erg vermakelijk en brengt de huidige globale digitale marktproblemen aan de oppervlakte. Voor wie het filmpje heeft gemist hieronder kan je het terugvinden. Het is een parodie op de eigen apple reclame; en op het boek ‘1984’. Een goed staaltje marketing waarvoor ik ook wel bewondering heb.
Platformen zoals de App Store en de Play Store hebben bepaalde guidelines om alles in goede banen te leiden (om veiligheids- beschikbaarheids- onderhouds- en beheersbaarheidsredenen), daartegenover staat dat ontwikkelaars een deel van hun inkomsten moeten afstaan. Bij Epic Games (Fortnite) is dit een aandeel van 30%.
(Sidenote: De game industrie is een cashcow en zorgt voor bergen geld. Mensen geven nooit vooraf geld voor een spelletje, maar spenderen wel geld eenmaal ze in een spel opgaan en willen winnen. De winstbelangen zijn dus groot. In de game-industrie worden de big spenders van het spel zelfs ‘The Whales’, genoemd. ‘Save the Whale’ kan dus een heel andere connotatie krijgen dan u voor ogen heeft. Fortnite was in 2019 goed voor 1,6 miljard euro)
EPIC Games klaagt al langer over het monopolie van de app-platformen, de CEO is van mening dat deze platformen general purpose computing devices zijn en dat er meer concurrentie moet worden mogelijk gemaakt om de prijzen voor de ontwikkelaars te kunnen drukken. In strijd met de policies zorgde hij ervoor dat er rechtstreekse betalingssystemen werden mogelijk gemaakt zodat mensen zonder de Apple en Google – Systemen konden betalen. Dit is uiteraard in strijd geweest met het beleid van Google en Apple en dus werden de Apps van EPIC GAME en dus het bekende Fortnite verwijderd.
EPIC Games is niet de enige die de beleidssystemen aanklaagt. Ook Spotify diende klacht in tegen Apple om diverse redenen en verschillende Antitrust-onderzoeken zijn opgestart bij de Europese commissie in juni 2020. zie—-> persbericht
Het lijkt erop dat elke grote Big Tech company eigen beleidssystemen invoert met een eigen jurisdictie. Zo ook bij Facebook. Begin mei werd aangekondigd dat Facebook, het sociale netwerk, een onafhankelijk juridisch(?) platform zal oprichten om contentbeslissingen van het platform te gaan beoordelen. Zij willen de universele mensenrechten gaan vrijwaren en die toepassen. Daarvoor stellen zij per continent een deskundige aan die een team zal gaan sturen doorheen deze uiterst moeilijke belangenafwegingen. Voor Europa ligt die basis in Londen. In het globale digitale speelveld worden grenzen blijkbaar nogal vrij hertekend. Een beroep indienen tegen een beslissing van Facebook of Instagram bij dit platform dient binnen de 15 dagen te gebeuren. Hoe die procedure in zijn werk zal gaan is nu nog een raadsel. De belangenafwegingen bij contentvragen zijn in zulke mate context-gebonden dat deze moeilijk in algoritmes vast te leggen zijn en The Oversight Board kan daarop een antwoord bieden. Welke visie en antwoorden worden gegeven, wordt bepaald door de onderneming zelf.
Als een rechtzoekende echter verder wil gaan, bloedt de weg naar de rechtbank dood door de grote operationele kost die zo’n rechtzaak met zich meebrengt.
U denkt misschien waarom is dit van belang, uiteindelijk kan een gebruiker of onderneming ervoor opteren om Facebook of Apple niet te gebruiken en overschakelen naar een ander sociaal netwerk/onderneming/platform. Maar zo eenvoudig is het in de realiteit niet en stilaan wordt het onmogelijk de grote vier te ontwijken. Een sociaal netwerk is zo sterk en aantrekkelijk als het aantal gebruikers die het heeft en in het geval van Facebook zijn dat ongeveer 2,6 miljard actieve gebruikers.
Enkele tekenende cijfers april 2020 :
– Van de 7,7 miljard mensen op de wereldbol heeft 5,6 miljard een GSM en 4,5 miljard zijn actief op het internet.
– 4,2 miljard mensen doen dit geregeld via hun smartphone.
Facebook: 2,6 miljard actieve gebruikers
Mobile Traffic via Android: 72,3%
Mobile Traffic via IOS Apple: 27%
Gigantische cijfers, gigantische invloed, gigantische markten en ook wel hoedje af voor hoe ze dit hebben verwezenlijkt.
Het mag niet onderschat worden hoeveel invloed en macht deze platformen hebben op onze samenleving en ook op onze economische markt. Dit geldt niet enkel voor Facebook, maar ook voor andere grote digitale spelers. Als je bij een beslissing van een digitaal platform wordt uitgesloten van een bepaalde ‘content’ of ‘marketing’ – wijze dan kan dit grote gevolgen hebben voor het bereik en de inkomsten van een onderneming, voor concurrentie of voor de vrije meningsuiting.
Zo werd het nationaal nieuws toen de account van Stien Edlund, Belgisch meest gevolgde TikTok-influencer, werd verwijderd omdat ze ‘de richtlijnen van het platform niet had gevolgd’ of kan een vzw wanneer zij niet erkend wordt als liefdadigheidsinstelling geen giften ontvangen via hun netwerk op dat medium. Zo kan een App die niet wordt ondersteund door Google of Apple via deze platformen worden ‘geboycot’ omdat men andere belangen heeft. hierover is transparantie nodig.
Stel dat je het niet eens bent met een beslissing, welke middelen moet je als rechtzoekende niet allemaal aanwenden om je gelijk te kunnen krijgen? In welke mate kan de concurrentie worden gegarandeerd? Zijn er op dit moment voldoende checks and balances voor een onderneming met maar liefst 2,6 miljard actieve gebruikers wereldwijd? Het is nieuw, het is groots en het is chaos.
Dit probleem werd pijnlijk duidelijk in het 60 minuten durende vraag- en antwoorduurtje tussen Mark Zuckerberg en de Europese Parlementsleden twee jaar geleden. De stichter en maker van het facebookplatform diende zich toen te verantwoorden voor het misbruik dat het platform kan toelaten en werd verplicht garanties en een kader te bieden dat dit in de toekomst niet meer kan gebeuren. GDPR-wetgeving, een mogelijk monopolie, cybercriminaliteit,…. – alle onderwerpen werden aangesneden. De vragen waren zo lang en fundamenteel, dat de parlementsleden zelf voor een antwoord hadden moeten zorgen.
Het is aan deze parlementsleden om een wendbaar juridisch kader te creëren voor een globale digitale wereld en dit op basis van de jarenlange opgebouwde principes. Het juridisch kader dient duidelijk, vlug afdwingbaar en transparant te zijn. Op 25 mei 2020 was het de tweede verjaardag van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (of GDPR). Een verordening die het belang van een correcte verwerking van persoonsgegevens en privacy gaat benadrukken en de wet toepast op de betrokkene van een land. Ook hier zien we enorme verschillen in aanpak. De GDPR is alvast een begin, maar daar stopt het niet.
Het ontwikkelen van toegankelijke, wendbare, schaalbare en aangepaste juridische middelen inzake bedrijfsgeheimen, persoonsgegevens, content, onrechtmatige reviews, digitale tools, gezichtsherkenning, grensoverschrijdende e-commerce, cybercriminaliteit… zodat individuen en ondernemingen die optreden tegen een bepaalde beslissing/gebeurtenis zich een weg kunnen banen naar de rechtbank, al dan niet digitaal, om hun zaak te kunnen verdedigen of hun onrechtvaardige situatie kunnen herstellen moet prioritair op de agenda staan.
Er zijn oplossingen :
– De opstart van een internetcourt à la Civil Resolution Tribunal, waar het goedkoper en efficiënter is om een procedure te starten naar Canadees voorbeeld. https://civilresolutionbc.ca/ of gelijkaardige internet Courts
– Versterking van de Digital Single Market in Europa, waar nog heel wat initiatieven in de steigers staan.
Ik wil gerust meehelpen aan deze projecten, er is zoveel te doen.
Dus contacteer me!